donderdag 4 juli 2013

Ten oorlog

Als kind was ik behoorlijk onder de indruk van de bunkers her en der verspreid langs onze kust. Een grootvader die de oorlog had meegemaakt en daar honderduit over kon vertellen, was daar niet vreemd aan. Zo herinner ik me enkele zomers, als kleine uk, te Oostende waar garnaaltjes aan de vistrap werden gekocht. Om vervolgens met de Fiat Spider en open dak te cruisen langs de kust. Helaas (trauma, dus weg alle hipness in de cabrio) met een kapje (zo'n onding dat vrouwen vroeger gebuikten na het kappersbezoek) op het hoofd omdat oma vreesde voor een verkoudheid. Langs de kust werd dan gestopt aan een bunker om daar bovenop in het zonnetje de garnalen (gepeld door oma) te verorberen.

Zo ook bij mijn tienjarige zoon is er een fascinatie voor bunkers (ondanks de afwezigheid van oorlogsverhalen van grootvaders). Het zal wel iets typisch voor jongetjes zijn. Het ventje was dan ook onder de indruk van de reeks Ten oorlog van Arnout Hauben. Na de reeks wou hij absoluut het boek kopen met de boekenbonnen van zijn verjaardag. En zo'n trektocht langs de bunkers wou hij ook wel eens doen.

Dit leek het ideale moment voor een tochtje mannen onder elkaar. Vader en zoon op trektocht door de Vlaamse slagvelden. Een B&B werd gereserveerd in Diksmuide. De rugzakken werden gepakt en gezakt. Vervolgens togen we met de trein van Brugge naar Oostende en met de kusttram van Oostende naar Nieuwpoort.

De eerste dag wandelden we van Nieuwpoort naar Diksmuide via de Frontzate. Langs deze oude spoorwegbedding kom je om de haverklap restanten van de grote oorlog tegen.



De zoon wou zeker een van de witte paaltjes, door Arnout, Jonas en Mick in de grond geklopt ter ere van een soldaat, zien. Misschien wel het paaltje bij boer Pol & Bea te Pervijze. Het paaltje werd gemakkelijk gevonden. De zoon haalde zijn boek van "Ten oorlog" boven en ging net als Jonas het verhaal van Raoul Snoeck voorlezen. Fier als een gieter!



Een beetje verder lag een vers omgeploegd veld waar iets roestig lag. Dit bleken de resten van een obus te zijn. Onze jongsten wou dat natuurlijk mee naar huis nemen. Met nog ettelijke kilometers voor de boeg zat ik dat wat minder zitten. Gelukkig vonden we een beetje verder ook een drietal kogelhulzen. Dit scheelde enkele kilo's en deze werden dan ook meegenomen. Hoeft het gezegd dat de zoon dit ongelooflijk "cool" vond? Echte kogeles, weetwel!



Net voor Diksmuide werd de Dodengang bezocht en te Diksmuide zelf werd de IJzertoren bezocht. Na nog een pitstop op een terras op de markt was het tijd om de B&B en het bed op te zoeken.

De volgende dag trokken we van Diksmuide via de IJzer en de Ieperlee naar Ieper waar bij aankomst het "In Flanders Fields" museum werd bezocht. Een mooie 30 km op 2 dagen. De jongste spruit viel dan ook als een blok in slaap 's avonds. 

3 opmerkingen:

  1. Mooie uitstap! het is een flinke wandelaar, uw jongste!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Waauw ! Ik word al moe wanneer ik erover lees. Wel razend interessant om te doen, nu hij het wil doen.

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Eigenlijk onvoorstelbaar dat je daar nog altijd resten van munitie kunt vinden, 't is bijna 100 jaar geleden!

    BeantwoordenVerwijderen