dinsdag 19 februari 2013

Talking guitars

Talking guitars is de titel van een muziekdocumentaire die ik ooit zag tijdens "Het uur van de wolf" op Nps geloof ik. (of is dat Nederland 3, who knows). De reportage gaat over de Nederlands gitaarenbouwer Flip Scipio die in New York woont er voor 's werelds meest begenadigde muzikanten zes-snarig snoepgoed bouwt.



Daarnaast is het is het een van mijn favoriete onderwerpen bij een nachtje stappen in de kroeg. De meeste van mijn maten zijn gitaristen of spelen gitaar (jawel er is een verschil tussen beide, met name een gitarist kan het en iemand die gitaar speelt, probeert het te kunnen, ik beschouw mezelf als iemand die gitaar speelt voor alle duidelijkheid), ook de cafébaas van mijn stamcafé speelt gitaar. En naarmate de avond vordert en de geestrijke dranken vloeien (we hebben de onhebbelijke gewoonte om te willen afsluiten met koffie en Whisky) durft het gesprek wel eens over gitaren gaan (Men and their toys, you know). Af en toe, laat op de avond, gaan de gordijnen dicht en worden de gitaren boven gehaald. En voor je het weet zijn er een paar uur weggespeeld.

Hoe later op de avond, hoe vrouwelijker de gitaren worden. Het heeft wel wat van een vrouwenlichaam, zo'n mooi gevormde gitaar (it's male type thing, i know). Het is daarbij ook o zo belangrijk dat je een gitaar mooi vindt, je moet telkens je erlangs loopt de goesting krijgen om ze vast te pakken (maar hey, geldt dat ook niet voor een vrouw of ben ik nu gewoon plat seksistisch?).

In elke gitarist zal wel een beetje fetisjist schuilen. Veel gitaristen worden haast verzamelaars. In den beginne herken je de klank van een goede gitaar niet van een speelgoedstuk, maar hoe langer hoe meer beginnen de verschillende gitaren hun klankkleuren vrij te geven en begin je op zoek te gaan. Nog fijner wordt het als je een muziekwinkel stapt en als een kind in een snoepwinkel verschillende gitaren kan gaan testen.

En hoe langer hoe meer beginnen verschillende gitaren op je verlanglijstje te verschijnen. Voorlopig staat de teller op drie. Een twintig jaar oude Fender folkgitaar die geweldig klinkt (zelfs na een reparatie) maar zich o zo moeilijk laat bespelen. Deze is 20 jaar geleden zonder al te veel kunde gekocht, met alle gevolgen van dien. Een klassieke gitaar (Manuel Rodrigo) met vol bovenblad voor de muziekschool. En daarnaast nog een Godin 5th Avenue Kingpin met P-90 pick up. Fantastische gitaar, supermooie klank en zo gemakkelijk bespeelbaar. Ik heb ze nu 3 jaar in mijn bezit en ben nog steeds enthousiast over mijn aankoop (na maanden wikken en wegen).



Desalniettemin staan er nog heel wat gitaren op mijn verlanglijstje: Een Gretsch, een Fender Jazzmaster, een Fender Jaguar (jawel de Kurt Cobain gitaar, ik ben en blijf een kind van de grunge). In het akoestisch segment blijft een Martin O-18 de droom. Och ja, en zo'n Godin Multiac klinkt dan ook weer fantastisch.

Ach, dromen mag toch, niet?